Waar beelddenkers tegenaan lopen
Een kleine tien procent van de mensen ziet bij het woord boom, een boom in het hoofd. Een eerdere opgedane ervaring maakt bij woorden meteen beelden in het hoofd. De beelddenker ziet de boom voor zich, ruikt de bladeren, voelt de bast, hoort de wind door de bladeren ritselen en voelt de warmte van de zon. De woorddenker ziet het woord BOOM in gedachten. De wereld is gericht op taal, dus op de woorddenker. De beelddenker moet de beelden eerst omzetten en hebben daardoor vaak moeite met lezen, schrijven, spelling maar ook met rekenen.
Waar lopen beelddenkers tegenaan?
Ons onderwijssysteem is gericht op informatie binnen krijgen op de verbale manier. Leerkrachten vertellen veel en leggen veel uit. Veel om het duidelijk te maken. Voor de beelddenker is alleen alle overtollige te veel. Verkeerde beelden
worden gemaakt. Beelddenkers hebben meer tijd nodig om de talige informatie te verwerken, om er eerst beelden van te maken. Er zijn te veel ‘lege’ woorden in de taal. Omdat, waarom, dit en bijvoorbeeld hoezo, zijn geen beelden van te maken. Instructies van de leerkracht gaan te snel en brengen de beelddenker in de problemen. Al gauw kan de beelddenker het stempeltje krijgen van
- dyslectie of
- discalculie
- ADHD
- ADD
- concentratieproblemen
- een aan autisme verwante stoornis (PDD-NOS, syndroom van Asperge).
Moeite met lezen
Dyslexie, ook wel woordblindheid genoemd, betekent letterlijk dat iemand moeite heeft met taal. Een beelddenker heeft moeite met taal maar hoeft niet dyslectisch te zijn. Zowel bij beelddenker als dyslectie heeft het kind moeite met lezen, spellen, schrijven en begrijpend lezen. De
kenmerken van beelddenken en dyslexie zijn gedeeltelijk hetzelfde. Het verschil tussen beide is dat beelddenkers met extra aandacht en ondersteuning vrij snel op weg geholpen kunnen worden en mensen met dyslectie niet.
Moeite met rekenen
Dyscalculie betekent dat een leerling moeite heeft met rekenen. Met:
- getallen omdraaien.
- reken regels niet kunnen onthouden
- rekensommen niet correct over kunnen schrijven
- verhaal sommen niet begrijpen
- de tafels gaan erg moeizaam en
- moeite hebben met klok kijken.
Uit hersenonderzoek naar leerstoornissen blijkt dat bepaalde hersengebieden hiermee te maken hebben. Bij de
beelddenker blijft de rechterhersenhelft dominant.